Gezinnen met jonge kinderen verlaten Amsterdam

Gezinnen verlaten Amsterdam, omdat ze geen huis meer kunnen vinden. Dat is slecht nieuws voor de stad, want families zijn belangrijk voor de samenhang, betrokkenheid en welvaart.

’Gezinnen zijn de kanariepieten van de stad,” zegt stedelijk geograaf Willem Boterman (UvA). Aan hun gedrag valt af te lezen hoe het met de stad gaat. Als ze blijven, zegt dat iets over de leefbaarheid, de verkeersveiligheid, de kwaliteit van de scholen. Als ze vertrekken is er iets aan de hand.

In Amsterdam is dus iets aan de hand. Uit bevolkingscijfers valt namelijk af te lezen dat gezinnen met jonge kinderen de stad verlaten. Basisscholen merken al dat de aanmeldingen voor de kleutergroepen ineens teruglopen.

Het is een omwenteling die zich razendsnel voltrekt. Tot voor kort nam het aantal gezinnen juist toe. Dat had natuurlijk te maken met de economische crisis, waardoor de huizenmarkt op zijn gat lag en mensen hun woning niet kwijt konden. Maar er was meer aan de hand; een groeiend aantal gezinnen koos bewust voor een leven in de stad.

Jan Latten, hoogleraar sociale demografie aan de UvA, omschrijft die als ’culturele stedelingen’, waarbij man en vrouw zorg en werk eerlijk verdelen, genieten van cultuur, uit eten gaan - en gebruikmaken van al die andere voorzieningen die de stad biedt.

Gekte op de huizenmarkt
Ze zouden hun kinderen hier graag laten opgroeien. Waarom ook niet? De stad is afgelopen dertig jaar ten goede veranderd. De scholen zijn beter, de parken mooier, kinderopvang talrijk en de junks zijn uit het straatbeeld verdwenen.

Maar toch vertrekken de gezinnen, volgens het CBS meer dan tien procent per jaar. De kanariepieten vliegen uit de kolenmijn. ”Dat duidt op iets structureels,” aldus Boterman.
Dat structurele is de huizenmarkt. De prijzen stijgen hier zo snel, dat gezinnen een woning niet meer kunnen betalen, of worden overboden door kapitaalkrachtigere partijen, zoals investeerders en rijke particulieren die huizen als belegging zien.

”Gezinnen maken geen kans meer,” constateert Sven Heinen, voorzitter van Makelaarsvereniging Amsterdam (MVA).
En als ze al een woning kunnen betalen, waarom zouden ze dat doen, als ze voor hetzelfde geld een kast van een huis buiten de stad kunnen krijgen, met tuin en alles erop en eraan?

Door de uittocht van gezinnen verandert de samenstelling van de bevolking in hoog tempo. Amsterdam bouwt de komende jaren 50.000 woningen en groeit naar één miljoen inwoners, maar het aantal gezinnen neemt niet toe. De stad staat hiermee aan de vooravond van een gezinsloze groei.

Sociale cohesie
In de plaats van families komen alleenstaanden en expats, die de huizenprijzen wel aankunnen. ”De gekte op de huizenmarkt dreigt de stad té homogeen te maken,” vindt Boterman. ”Straks wonen hier vooral expats en alleenstaanden tussen de twintig en veertig jaar. Net als in Londen.”

De stad heeft baat bij gezinnen die hier graag willen blijven, zeggen Boterman en Latten. Allereerst zijn daar economische belangen: gezinnen zijn relatief welvarend en aangezien kinderen nu eenmaal geld kosten, geven ze veel uit, iedere jonge ouder kan daarover meepraten. Ze zijn goed voor de winkels in hun buurt, maar betalen bijvoorbeeld ook voor kinderopvang, sportclub, muziekschool of welke hobby hun kinderen ook doen. En daarmee zorgen ze voor banen. ”Een stad moet niet alleen armen overhouden,” zegt Latten.

Daarnaast vormen gezinnen stabiele huishoudens, zegt Boterman. ”Ze zijn relatief vaak thuis en aanwezig in de stad. Ze zorgen voor sociale cohesie en buurtbetrokkenheid. Gezinnen maken zich druk over auto’s die te hard rijden, stoplichten die niet werken. En ze geven een ander ritme aan de stad dan jonge mensen. Dat botst soms, maar het is mijn persoonlijke overtuiging dat diversiteit in de stad ons dwingt om rekening met elkaar te houden en toleranter in het leven te staan.”

Helpen in de voetbalkantine
Het is een oubollige uitdrukking, maar wel een adequate samenvatting: families met kinderen vormen een cementlaag in de stad, die toch al zo verbrokkeld is en waarin eenzaamheid toeneemt. Ze helpen op school, in de kantine van de voetbalclub of zetten zich in voor de buurt. ”Ze verbinden generaties,” aldus Latten. ”Ze zorgen voor kinderen, maar ook voor hun ouders.”

De stad mag zijn gezinnen wel wat meer koesteren, vindt Diederik Boomsma, raadslid van gezinspartij CDA. Veel aandacht gaat uit naar de sociale en middenhuur, terwijl juist de koopmarkt, het domein van veel gezinnen, onder druk staat. ”We willen een gemengde stad en daarin moet ook plaats zijn voor jonge gezinnen.” (Parool)