Lang niet elke Vereniging van Eigenaars (VvE) heeft een gezonde financiële huishouding. Klein onderhoud is met een halfvolle VvE kas nog wel te regelen. Lastiger wordt het wanneer kostbaar onderhoud aan bijvoorbeeld het dak of de lift noodzakelijk is. Om problemen te voorkomen, stelt de overheid vanaf volgend jaar nieuwe regels in.
Bijna de helft van de VvE’s zet te weinig geld opzij voor onderhoud en onvoorziene kosten. Vanaf januari geldt dat een VvE jaarlijks 0,5 procent van de herbouwwaarde reserveert. De herbouwwaarde wordt gevormd door alle kosten voor het compleet opnieuw neerzetten van het gebouw.
Rekenvoorbeeld extra kosten VvE
Stel een kleinschalig appartementencomplex heeft 10 eigenaren en loopt achter met sparen. De herbouwwaarde is in totaal 3 miljoen. In dat geval dient er jaarlijks in totaal € 15.000 in de VvE kas gestort te worden. Per eigenaar komt dit neer op € 1.500 per jaar, bovenop de standaard kosten van de VvE.
Stijgt de VvE-bijdrage voor iedereen?
Het effect van de nieuwe regels op de VvE-lasten verschilt per vereniging. Als de kas goed gevuld is en er jaarlijks al voldoende wordt gespaard, zal een verhoging van de VvE bijdrage niet altijd nodig zijn. Alleen is dat in de praktijk vaak niet het geval. Is er nog maar net genoeg geld voor een likje verf, houd dan zeker rekening met een verhoging.
Hierbij spreken de eigenaren met de bank af dat deze de onderhoudskosten op zich neemt als dat noodzakelijk is. Later wordt de bank terugbetaald.
De meeste VvE’s komen niet in aanmerking voor deze uitzonderingen. Zo zal een bank niet snel een lening verstrekken aan een VvE met spaarproblemen.
Niet duidelijk is hoe de overheid het naleven van de nieuwe regels voor VvE’s precies wil controleren. Bij achterstallig onderhoud kan een gemeente via de rechter een verplichte VvE-vergadering bijeenroepen en onderhoud afdwingen. Maar dan is het eigenlijk al te laat. Als eigenaar is het verstandig het niet zo ver te laten komen. De VvE is er per slot van rekening voor je eigen wooncomfort.